Vraag gratis advies aan
Doe de Vitaminetest
De verhouding tussen zuren en basen in je bloed blijft normaal gesproken binnen een heel smalle marge schommelen. Dit evenwicht heeft invloed op vrijwel elk proces in je cellen, van je ademhaling tot hoe eiwitten hun werk doen. Maar wat is die zuur-basebalans precies en waarom is dit balans zo belangrijk?
Lees verder onder de afbeelding
De zuur-basebalans is het evenwicht dat je lichaam handhaaft tussen zuren en basen in je lichaamsvloeistoffen. Vooral in je bloed speelt dit een grote rol, maar ook in andere vloeistoffen zoals het vocht tussen je cellen.
Om te begrijpen wat dit inhoudt, helpt het om eerst te weten wat zuren en basen zijn. Zuren zijn stoffen die protonen kunnen afgeven. Dat zijn kleine geladen deeltjes, vaak aangeduid als H+. Basen werken andersom, die nemen protonen juist op. Deze uitwisseling van protonen gebeurt voortdurend in je lichaamsvloeistoffen. Hoeveel er daarvan aanwezig zijn op een bepaald moment drukken we uit in pH. Deze schaal loopt van 0 tot 14: 0 is sterk zuur, 7 neutraal en 14 sterk basisch. Je bloed heeft normaal een pH tussen de 7,35 en 7,45, dus is iets basisch.
Je lichaam produceert doorlopend zuren via stofwisselingsprocessen. Denk aan kooldioxide (CO2) dat vrijkomt bij het verbranden van glucose voor energie, of melkzuur dat ontstaat tijdens inspanning. Tegelijk heeft je lichaam ook basische stoffen, zoals bicarbonaat (HCO3-) die deze zuren kunnen opvangen. Die balans tussen wat binnenkomt of geproduceerd wordt aan zuren, en wat je lichaam aan basische buffercapaciteit heeft, dát is de zuur-basebalans.
Er zijn drie hoofdredenen waarom je lichaam deze pH zo strak in de gaten houdt:
Eiwitten vormen ionkanalen (poortjes voor geladen deeltjes), transporteren stoffen en maken biologische processen mogelijk. Voor deze taken moeten ze hun specifieke vorm behouden, wat afhangt van de ladingsverdeling op het eiwit. De pH bepaalt hoeveel protonen er zijn in je lichaamsvloeistoffen, en die protonen beïnvloeden weer de lading op eiwitten. Bij de juiste pH hebben eiwitten de goede vorm om hun werk te doen. Enzymen, speciale eiwitten die reacties kunnen versnellen, functioneren alleen binnen hun eigen pH-bereik.1 Zo heeft elk enzym, van spijsvertering tot energieproductie, een optimale pH.
Hemoglobine in rode bloedcellen bindt zuurstof en geeft het weer af wanneer het lichaam dat nodig heeft. Dit proces hangt samen met de zuurgraad van het bloed en staat bekend als het Bohr-effect. Het beschrijft hoe veranderingen in pH en het CO2-gehalte de zuurstofbinding van hemoglobine beïnvloeden. In de longen, waar de pH normaal is, bindt hemoglobine zuurstof. In de weefsels laat het zuurstof weer los voor de energieproductie. Wanneer spieren glucose verbranden en CO2 vrijkomt, daalt de lokale pH licht – waardoor hemoglobine juist daar extra zuurstof afgeeft.1
In je cellen vinden duizenden chemische reacties tegelijk plaats. Veel daarvan zijn zogenoemde evenwichtsreacties: ze kunnen zowel de ene als de andere kant op verlopen. De pH bepaalt welke richting wordt gekozen. Dat komt doordat stoffen zoals aminozuren, vetzuren en andere tussenproducten van de stofwisseling een andere elektrische lading krijgen bij veranderingen in zuurgraad. Die lading bepaalt hoe goed enzymen deze stoffen kunnen herkennen en omzetten. Elke stap in de stofwisseling heeft daarom een eigen, optimaal pH-bereik waarin enzymen en moleculen het best samenwerken.
Je lichaam heeft drie systemen die samenwerken om de zuur-basebalans te bewaken.
Buffers zijn chemische koppels die protonen kunnen opnemen of afgeven. Het bicarbonaat-koolzuur systeem in je bloed is het belangrijkste. Wanneer er extra zuur bijkomt, vangt bicarbonaat de protonen op. Bij een teveel aan base geeft koolzuur juist protonen af. Ook eiwitten zoals albumine en hemoglobine werken als buffer.2 Deze systemen reageren snel en houden de pH stabiel totdat je longen en nieren het overnemen.
Je ademhaling regelt de pH door CO2 uit te blazen. CO2 dat je cellen produceren vormt koolzuur in je bloed, wat de pH verlaagt. Door sneller of dieper te ademen, adem je meer CO2 uit en stijgt de pH. Dit merk je bijvoorbeeld tijdens het sporten, je spieren produceren dan meer CO2 en je ademhaling gaat omhoog. Je hersenstam meet de CO2-concentratie en stuurt je ademhaling automatisch bij.2 Dit systeem werkt binnen enkele minuten tot uren.
Je nieren kunnen zuren uitscheiden en bicarbonaat vasthouden of laten gaan.1 In de niertubuli (de kleine buisjes in je nieren) worden protonen in de urine uitgescheiden terwijl bicarbonaat wordt aangemaakt wanneer dat nodig is. Dit proces duurt dagen maar kan grote verstoringen herstellen.1 Anders dan je longen kunnen je nieren alle soorten zuren uitscheiden, niet alleen CO2.
Koolzuuranhydrase speelt een centrale rol in de pH-regulatie van je lichaam door de omzetting van CO2 en water naar koolzuur (en omgekeerd) te versnellen. Zonder dit enzym zou het te traag verlopen voor effectieve pH-regulatie. Voldoende zinkinname is nodig om dit enzym goed te laten werken.3,4
Voeding heeft minder directe invloed op je zuur-basebalans dan je stofwisseling zelf. Je lichaam zorgt er via buffersystemen, longen en nieren voor dat de pH onder normale omstandigheden stabiel blijft. Wel beïnvloedt voeding hoeveel inspanning deze systemen – vooral de nieren – moeten leveren. Sommige voedingsmiddelen vormen na vertering zuren, terwijl andere juist basische stoffen achterlaten.
Verzurende voeding bevat vaak veel eiwitten. Daarbij gaat het niet om de pH van voeding zelf, maar wat er overblijft. Bij eiwitvertering komen zwavelverbindingen vrij die je lichaam omzet tot zuren. Daarom hebben vlees, vis, gevogelte, eieren, zuivel en bepaalde granen een verzurend effect. Maar ook bewerkte voeding met toegevoegd fosforzuur of veel suiker zoals cola draagt bij aan de zuurlast.4
Basische (ook wel alkalische) voeding bevat kalium, magnesium en calcium gekoppeld aan organische zuren. Deze worden in je lichaam omgezet tot bicarbonaat. Groenten en fruit zijn de belangrijkste bronnen, vooral bladgroenten, komkommer en broccoli.3 Fruit bevat organische zuren die volledig worden afgebroken waarbij bicarbonaat vrijkomt. Daarom heeft zuur fruit na vertering toch een basische werking.
Je lichaam regelt de zuur-basebalans grotendeels zelf, maar je kunt het ondersteunen:
De zuur-basebalans is een prachtig voorbeeld van hoe slim je lichaam in elkaar zit. Drie systemen die perfect samenwerken, ondersteund door enzymen en zink. Het gebeurt vanzelf wanneer je ademt, eet en leeft. Met gevarieerd eten geef je je lichaam alles wat het nodig heeft om deze balans te bewaren. Nu je weet hoe het werkt, snap je ook waarom die variatie zo waardevol is.