Vraag gratis advies aan
Doe de Vitaminetest
Van verse groenten tot kant-en-klaarmaaltijden: alles wat je eet heeft z’n eigen weg afgelegd voordat het op je bord komt. Sommige producten komen bijna rechtstreeks uit de natuur, andere hebben wat meer stappen doorlopen. Maar wanneer noem je iets nu ultrabewerkt voedsel? En wat betekent dat voor je gezondheid?
Lees verder onder de afbeelding

Voor de definitie van ultrabewerkt voedsel kunnen we kijken naar de NOVA-classificatie. Dit is een handig systeem bedacht door wetenschappers uit Brazilië om al ons voedsel in te delen. Alles wat we eten valt in te delen in vier groepen, die helpen om beter te begrijpen wat er precies op ons bord ligt.1
Dit zijn eetbare delen van planten (zoals zaden, vruchten, bladeren en wortels) en dieren (zoals vlees, organen, eieren en melk), maar ook schimmels, algen en water. Wanneer deze producten alleen zijn gedroogd, gemalen, geroosterd, gekookt of ingevroren, spreken we van minimaal bewerkte voedingsmiddelen. Er wordt dan niets toegevoegd, zoals zout, suiker, olie of vet.
Groep 2 zijn bewerkte culinaire ingrediënten die worden gewonnen uit natuurlijke voedingsmiddelen (groep 1) door processen zoals persen, raffineren, extraheren of delven. Denk bijvoorbeeld aan zout, suiker, honing, olie of boter. Je gebruikt deze om producten uit groep 1 te bereiden en op smaak te brengen.
Bewerkte voeding bestaat uit producten waarbij meestal zout, olie of suiker uit groep 2 is toegevoegd aan voedingsmiddelen uit groep 1. Dit gebeurt bijvoorbeeld bij inmaken, bottelen of fermenteren, zoals bij brood, kaas of ingemaakte groenten. Ze bevatten meestal maar twee of drie ingrediënten en blijven herkenbaar als een bewerkte versie van het oorspronkelijke product. De bewerking verlengt meestal de houdbaarheid en verbetert de smaak.
Ultrabewerkte voedingsmiddelen zijn meestal industrieel samengestelde producten die vaak uit vijf of meer ingrediënten bestaan, waarbij nauwelijks nog sprake is van het oorspronkelijke, natuurlijke voedsel (groep 1). Ze bevatten vaak additieven, zoals kunstmatige kleurstoffen, smaakversterkers, kunstmatige zoetstoffen, conserveringsmiddelen en glazuurmiddelen. Deze zorgen ervoor dat producten langer houdbaar, smaakvoller en makkelijk te eten zijn – denk aan frisdrank, snacks, koek, sauzen en kant-en-klaarmaaltijden. Door die aangename smaak en het gebruiksgemak eet je er echter al snel te veel van.
Het aanbod aan ultrabewerkt voedsel in de schappen van de supermarkt groeit snel. Zo ook het onderzoek naar ultrabewerkt voedsel en het effect hiervan op de gezondheid. Wetenschappers vinden steeds meer verbanden tussen het eten van deze producten en verschillende gezondheidseffecten.
Het meest onderzochte verband is met overgewicht. Ultrabewerkte voedsel bevat vaak veel calorieën, door het hoge vet- en suikergehalte. Mensen die veel ultrabewerkte voeding eten hebben dan ook vaker een hoger lichaamsgewicht.2 In een meta-analyse van cross-sectionele studies was de kans op overgewicht 39 procent hoger bij mensen met de hoogste consumptie vergeleken met de laagste consumptie van ultrabewerkt voedsel. Hierbij werd naast een toename in gewicht ook een grotere tailleomvang gevonden.3

Mensen met een hoge inname van ultrabewerkt voedsel hebben een verhoogd risico op klachten aan hart en vaten. Een meta-analyse vond een 29 procent hogere kans op cardiovasculaire problemen bij de hoogste consumptiegroep. En ook problemen met bloedvoorziening naar de hersenen kwamen 34 procent vaker voor.3
Onderzoekers zagen ook dat mensen met veel ultrabewerkt voedsel in hun dieet vaak lagere HDL-cholesterolwaarden hadden.3 Dit is het type cholesterol dat juist een positieve werking op je bloedvaten heeft.
Mensen die veel ultrabewerkte voeding eten, hebben 79 procent vaker te maken met een cluster van stofwisselingsproblemen, waaronder verstoorde bloedsuikerwaarden. Daarbij treden vaak meerdere risicofactoren tegelijk op, zoals een grotere buikomvang in combinatie met een ontregelde bloedsuiker.
Mentale klachten komen vaker voor bij mensen die veel ultrabewerkte producten eten. Twee grote cohortstudies vonden een 20 procent hogere kans op het ontwikkelen van mentale klachten.3 In een Franse studie met ruim 26.000 deelnemers werd dit ook gezien. Deelnemers die het meest ultrabewerkt aten, ontwikkelden tijdens de follow-up vaker mentale problemen dan deelnemers met een lagere inname.2


Het verminderen van ultrabewerkt voedsel is een goede stap voor je gezondheid. Hieronder vind je een aantal praktische tips om hiermee te beginnen. Kies vooral wat bij jou past en start met één of twee veranderingen die haalbaar voelen:
Het fijne aan de NOVA-indeling is dat het eten opeens een stuk overzichtelijker wordt. Je ziet sneller wat onbewerkt voedsel is, wat bewerkt voedsel is en waar ultrabewerkte voeding begint. Met dit systeem krijg je ruimte om vaker voor de eenvoudige basis te gaan zonder dat alles perfect hoeft. Ultrabewerkt voedsel zal niet zomaar verdwijnen uit onze supermarkten, maar je kunt je wel omringen met producten uit groep 1 tot en met 3 zodat je totale eetpatroon sterker wordt.